De ijsbeer heeft vier grote poten die kunnen wel 30 centimeter groot kunnen zijn. De grote poten werken als sneeuwschoenen. Door de breedte wordt het gewicht van de ijsbeer verdeeld zodat ze ook over dun ijs kunnen lopen. De ijsbeer heeft o-benen (de benen staan krom naar buiten). Hun tenen en nagels wijzen naar binnen. Dat zorgt er voor dat ze niet uitglijden op het ijs of sneeuw. Een gladde helling neemt de ijsbeer vaak glijdend op zijn buik, met gestrekte ledenmaten (armen en benen).

Reactie plaatsen

Reacties

kaak
6 jaar geleden

waarom witte. vacht? Hoe beschermt tegen de kou?

Maak jouw eigen website met JouwWeb